Nieuwe infrastructuur voor waterstof, elektriciteit, CO2 en warmte

Nieuwe infrastructuur voor waterstof, elektriciteit, CO2 en warmte

Het havenindustrieel cluster van Rotterdam is bij uitstek geschikt om voorop te lopen in verduurzaming. Dat stelt programmadirecteur Deltalinqs Climate Program Alice Krekt in een interview met Energeia. Alle verduurzamingstechnieken zijn hier in ontwikkeling: elektrificatie, productie van groene en blauwe waterstof en CO2-afvang.

Om alle benodigde infrastructuur aan elkaar te knopen, is half mei een advies uitgebracht door de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie, dat via deze link is in te zien. Krekt is blij met het advies, signaleert nog een aantal knelpunten en roept op tot uitvoering van de aanbevelingen.

De volledige tekst van het artikel is te lezen op de website van Energeia (alleen voor abonnees) en staat hieronder:

Cluster Rotterdam-Moerdijk: ‘Als het hier lukt, dan lukt het overal.’
Zes industriële clusters waar waterstof, elektriciteit, CO₂ en warmte vandaan komt en naartoe moet. Er ligt sinds kort een advies voor de hoofdinfrastructuur om alles met elkaar te verknopen. Energeia duikt in de clusters. Vandaag: Alice Krekt, programmadirecteur Deltalinqs Climate Program over het Cluster Rotterdam-Moerdijk.

“Typerend voor Rotterdam en Moerdijk als cluster is dat het groot is en meerdere industrieën omvat”, zegt Alice Krekt, chef klimaatbeleid bij Deltalinqs, de ondernemersvereniging van de Rotterdamse haven. Jaarlijks wordt er 18,6 megaton aan CO₂ uitgestoten door de industrie in het gebied. Nummer twee op de lijst is het cluster Noordzeekanaalgebied met staalfabrikant Tata Steel, dat jaarlijks 14,4 megaton uitstoot en nummer drie, het Zeeuwse cluster met kunstmestfabrikant Yara Sluiskil en de chemiefabriek van Dow in Terneuzen: 10,9 megaton.

“Er is een veelheid aan activiteiten en ook heel veel CO₂-uitstoot. De opgave is groot en de kansen zijn groot," zegt Krekt, “daarom vind ik dat Rotterdam het meest kansrijke gebied is voor verduurzaming van de industrie. Alle verduurzamingstechnieken zijn hier in ontwikkeling: elektrificatie, groene en blauwe waterstof en CO₂-afvang. De industrie kan de rest van Nederland meetrekken in de energietransitie. Als het hier lukt, dan lukt het overal.”

Aanleiding voor het gesprek is het advies van de Taskforce Infrastructuur Klimaatakkoord Industrie, dat schetst hoe de infrastructuur in Nederland tussen de zes industriële clusters eruit zou moeten zien om de klimaatdoelen in 2030 en 2050 te halen. Het zijn de voorwaarden om een energietransitie in de industrie mogelijk te maken. Het advies is gebaseerd op een rapport van ingenieursbureau DNV-GL.

Porthos
Wie het over Rotterdam en het reduceren van CO₂ heeft, heeft het ook over infrastructuurproject Porthos. Doel is om leidingen aan te leggen die CO₂ van de fabrieken naar lege gasvelden onder de Noordzee brengen en daar opslaan. “Het is een sleutelproject," zegt Krekt, "nodig voor installaties waar op korte termijn geen andere oplossing voor is en om volgende stappen in de energietransitie mogelijk te maken."

De CO₂-infrastructuur maakt de bouw van een waterstoffabriek voor blauwe waterstof mogelijk (project H-vision). Blauwe waterstof is waterstof gemaakt uit aardgas, waarvan de CO₂ niet de lucht ingaat maar wordt opgeslagen. De industrie ziet blauwe waterstof als een opmaat naar groene waterstof, gemaakt uit water met hernieuwbare elektriciteit.

Op de korte termijn is afvang en opslag broodnodig om reductiedoelen binnen bereik te brengen. “Er zitten hier vijf raffinaderijen, die samen 9 megaton voor hun rekening nemen," zegt Krekt.

Safehouse voor data
Krekt is blij met het advies van de Taskforce en het rapport van DNV-GL, dat volgens haar de vinger op de zere plek weet te leggen. “En ook met goede oplossingen komt.” Een hele belangrijke voor het grote, diverse cluster Rotterdam-Moerdijk is een safehouse voor data. Er zou een plek moeten komen waar energieleveranciers, netbeheerders en infrastructuurpartijen bedrijfsgevoelige data over de behoefte aan energiedragers als elektriciteit en waterstof van bedrijven kunnen inzien, zonder daarmee - bijvoorbeeld - de Mededingingswet te overtreden, staat in het rapport.

Krekt legt uit: “Nu zitten bedrijven en netbeheerders met een dilemma. Netbeheerders weten niet hoe bedrijven gaan verduurzamen en bedrijven willen weten wat voor infrastructuur er komt. Dat moeten we doorbreken en dat kan met zo'n safehouse.” Ze vertelt dat Deltalinqs, met hulp van kennisorganisatie TNO, is gestart met een energiemixstudie, die verduurzamingsopties van installaties van bedrijven in beeld brengt. De data uit dat onderzoek blijft bij de bedrijven zelf, vanwege vertrouwelijkheid en het gevaar om de markt te beïnvloeden.

Juist in Rotterdam, waar meerdere bedrijven met hetzelfde soort installatie gevestigd zijn, komen de grenzen van het delen van informatie in zicht. Het is niet de bedoeling dat bedrijven door onderling overleg de markt beïnvloeden. Krekt: “Op hoog geaggregeerd niveau hebben Stedin [netbeheerder, red.] en het Havenbedrijf Rotterdam inzage in de data uit de energiescans. Zo werken we al een beetje naar een safehouse toe. Als dat geformaliseerd wordt, zou dat de kip-ei-problematiek op energieinfrastructuur kunnen doorbreken. Wij willen heel graag met ons cluster daar een pilotgebied voor zijn.”

Netbeheerders
De organisatie van het beheer van infrastructuur behoeft nog meer duidelijkheid, aldus de programmadirecteur. “Hoe alles nu is gebouwd en wordt onderhouden is op basis van de oude infrastructuurbehoefte.” En die gaat veranderen. Zie het Porthos-project en de komst van elektrolysers die met elektriciteit waterstof gaan maken, warmtenetten om warmte tussen bedrijven uit te wisselen, en uit te koppelen naar woongebieden. Industriële installaties zullen deels elektrificeren en processen worden efficiënter ingericht.

Krekt vraagt zich af of de traditionele netbeheerdersrol daarop is ingericht: “Er zijn wettelijke verplichtingen, rechten en regels onder welke voorwaarden wat mag worden aangelegd. Daar zit wel een barrière.” Zij bepleit een integrale blik op alle energiestromen binnen een cluster. “Er is lokale regie nodig, zodat bedrijven weten waar ze aan toe zijn, en de antwoorden van de netbeheerder eenduidig zijn, en dat helder is welke afwegingen worden gemaakt.” Een eerste begin is gemaakt met het Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (Miek), aldus Krekt. “Maar het blijft een beetje open hoe dit exact werkt in de regio.”

“Wij hebben ook de waarheid niet in pacht, we moeten het met elkaar doen," zegt Krekt, dit advies is helder en nu gaan we samen verder met de uitvoering."