Competitiviteit essentieel voor oplossen transitiepuzzel

Competitiviteit essentieel voor oplossen transitiepuzzel

De randvoorwaarden voor de transitie naar een duurzame én concurrerende industrie zijn niet op orde, zo bleek onlangs tijdens de 5e editie van Recharge Earth in Rotterdam Ahoy. Deltalinqs organiseerde tijdens deze tweedaagse conferentie een sessie over hoe competitief de Rotterdamse haven en industrie op dit moment nog is. Met een volle zaal aan toehoorders vergeleek Deltalinqs-projectleider Circulaire Economie Eline van Krimpen de energie- en grondstoffentransitie met een complexe puzzel met te veel stukjes en zonder eindplaatje. Zij benadrukte de noodzaak tot het ontwikkelen van een strategie om deze ingewikkelde puzzel stukje voor stukje op te lossen.

Recharge Earth is dé plek waar professionals uit de energiesector jaarlijks samenkomen om de energietransitie te versnellen. Deelnemers waren enthousiast over de break-out sessie van Deltalinqs. Zij  vonden het interessant om van de bedrijven zelf te horen hoe de situatie in de praktijk eruit ziet. De sessie was onderdeel van een groter thema - ‘Competitief in transitie’ - waaraan ook TNO en Shell meewerkten. Dat competitiviteit een probleem is, was bij velen al bekend, maar niet wat de concrete uitdagingen van nu zijn en hoe die zich vertalen in cijfers.

Nijpende situatie
Eline trapte de sessie af met het feit dat de transitie al lang begonnen is: “Een deel van de puzzel ligt al, maar stagneert nu. Waar bedrijven in de Rotterdamse haven de afgelopen jaren allerhande verduurzamingsprojecten uit de grond stampten, blijven investeringen nu achter met soms zelfs bedrijfssluitingen tot gevolg. De randvoorwaarden voor een duurzame én concurrerende industrie, denk aan vergunningen en infrastructuur, zijn niet op orde. De situatie is nijpend en dat terwijl veel bedrijven juist willen verduurzamen. Daarnaast is de Rotterdamse havenindustrie van strategisch belang voor zowel Nederland als Europa.” Daar komt bij dat de bedrijfssluitingen ook impact hebben op de logistieke en havenbedrijven. “Eén van onze leden liet mij weten dat de huidige daling in scheepsbewegingen de grootste is die hij ooit heeft gezien. Zelfs de economische crisis van 2008 en het uitbreken van de oorlog in Oekraïne resulteerden in een minder grote daling”, aldus Eline.

Ongelijk speelveld
Een van de belangrijkste randvoorwaarden voor een duurzame én concurrerende industrie die niet op orde is, is het rondkrijgen van de business case. Arnold Mulder, Manager Energy Transition Projects | Corporate Relations bij Shell, lichtte dit toe: “We zijn op het punt in de transitie aangekomen waar verduurzamingsmaatregelen duurder zijn dan het break-even punt van de productie. Er moet dus iets veranderen in onze verduurzamingsstrategie.” Tegelijkertijd liggen er juist in de Rotterdamse haven veel kansen om te verduurzamen. Toine van de Lindeloof, General Manager bij Nobian, gaf als voorbeeld dat het chemisch chloorcluster uniek is in de wereld: “Door de extreem diepe integratie op zowel producten als energie had dit cluster altijd een enorm competitief voordeel.” Met name door de kosten voor het gebruik van elektriciteit is dit voordeel verdampt. “Vergeleken met onze buurlanden zijn de tarieven sinds 2022 voor grootverbruikers met 270% tot 340% gestegen. Dit maakt de business case voor elektrificatie onzeker en zorgt voor een ongelijk speelveld. Dat je de cijfers niet meer rond krijgt, zelfs in zo’n uniek cluster, doet pijn.”

Werken aan vraagcreatie
Eenzelfde pijnlijk verhaal bracht Hans van der Kaaij van LyondellBasell naar voren. Hij sprak over de zwartste dag in zijn carrière toen ze onlangs noodgedwongen moesten besluiten de fabriek op de Maasvlakte te sluiten. “Wij waren hiertoe genoodzaakt omdat de fabriek de concurrentie met de rest van de wereld niet meer aan kon, onder andere door dumping van producten uit de VS en China. En dat terwijl het dé ETS-benchmarkfabriek was in Europa.” Relevant in dit verband is het streven van de EU om met het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) de Europese industrie te beschermen. “Op zich een goed voornemen, alleen stimuleert het instrument in de huidige vorm onbedoeld de import van eindproducten van buiten Europa. En dat terwijl de groene productie van de chemie in Europa van strategisch belang is, mits de duurzame producten ook worden afgenomen.” Een drempel hiervoor is het gebrek aan bereidheid om hiervoor een meerprijs te betalen, terwijl de kosten door verduurzaming juist hoger worden. Volgens Van der Kaaij moet daarom nu vooral ingezet worden op vraagcreatie. Arnold Mulder (Shell) bevestigde dit en pleitte ervoor om op Europees niveau aan vraagcreatie te werken. “Dit kan naar het voorbeeld van de brandstof E10, waarbij een bepaald percentage duurzame brandstof al verplicht wordt bijgemengd”, aldus Mulder.

Positief
Eline constateerde in haar slotwoord dat de bijdragen van de sprekers leidden tot vele vragen en een levendige discussie met het publiek. Eline kijkt met een positief gevoel terug op de sessie: “Ondanks dat de bedrijven het nu erg moeilijk hebben, willen ze toch graag verduurzamen. Ook omdat de obstakels waar ze tegenaan lopen oplosbaar zijn. Alle puzzelstukjes liggen er, de puzzel moet alleen gelegd worden. En als dat ergens kan, dan is het hier in Rotterdam. Competitiviteit is daarvoor wel een must.”