Meer samen optrekken maakt industrieclusters sterker
Naast het Rotterdamse havengebied telt Nederland een aantal andere grote industriële clusters, waaronder de haven van Amsterdam, de Schelde Deltaregio en Chemelot. Vertegenwoordigers van deze vier clusters hebben recent van gedachten gewisseld over de complexiteit van de nieuwe circulaire systemen. Een zinnige exercitie, want er valt veel van elkaar te leren.
Ieder van de vier industrieclusters verschilt van elkaar wat betreft omvang en identiteit, laat Eline van Krimpen, projectleider Circulaire Economie bij Deltalinqs, weten. “Niettemin staat men voor dezelfde uitdagingen om invulling te geven aan het circulaire transitiepad. Het is dus een collectieve uitdaging. In iedere cluster is wel iets waar men heel goed in is,, zo bleek bij het uitwisselen van ervaringen. Verder zijn er ook grote gemene delers; zo speelt voor ieder cluster het goed om gaan met de ruimte een belangrijke rol.”
Leren van elkaar
Tijdens de bijeenkomst bleek dat de clusters het nodige van elkaar kunnen leren. Een voorbeeld is de Vergunningenloods die vanuit het Rotterdamse cluster is aangesteld. “Andere clusters hebben nog niet een vergelijkbare ‘functie’ in het leven geroepen, maar staan voor soortgelijke uitdagingen op dit gebied. Net als de bedrijven in onze regio worstelen ook zij met de vergunningenprocedures, met name op het gebied van circulariteit, bijvoorbeeld omdat hun systemen daar nog niet op zijn ingericht. Onze aanpak, dus iemand aanstellen die de bedrijven hier doorheen loodst, resoneerde goed bij de andere clusters.”
Interessant is ook de aanpak van Smart Delta Resources, waar men het ‘Circulair Project’-programma heeft opgezet. De organisatie is een samenwerking van grote industriebedrijven uit de chemie, staal, energie en foodsector, haven en overheden in de regio (Zeeland/West-Brabant/Oost-Vlaanderen). “Het Circular Delta Program focust zich op veel verschillende onderwerpen, zoals warmte, waterstof, carbon capture & storage en circulariteit. Per categorie zijn samenwerkingsverbanden met de bedrijven ontstaan. Specifieke aandacht gaat uit naar de rol van chemische recycling in deze regio. Een projectaanpak die ook voor onze regio mogelijkheden biedt.”
Op haar beurt heeft Chemelot een uitstekende strategie ontwikkeld om vooral nieuwe bedrijven te laten landen die het cluster als geheel versterken. Bij dit cluster komt volgens Van Krimpen de meerwaarde van stakeholdercommitment goed naar voren, dus het belang om er samen de schouders onder te zetten. “Uitgangspunt is ‘je bent een cluster en moet het met elkaar doen’. Men hecht hier dus veel belang aan de participatiegraad. Daarom is er veel energie gestopt om de neuzen dezelfde kant op te laten wijzen om de doelstellingen te bereiken. In ons Rotterdamse cluster is men nog niet zo ver, al is dat deels zo omdat de diversiteit in sectoren hier heel groot is. Met de gezamenlijke aanpak van Chemelot kunnen wij hier zeker ons voordeel mee doen om tot een versnelling van de circulaire doelen te komen.”
Het havenbedrijf van Amsterdam heeft tot slot duidelijk laten zien dat het stellen van doelen en deze meetbaar maken van essentieel belang is om de circulaire economie op gang te brengen en om er voldoende ruimte voor te reserveren. “Concrete doelstellingen maken de transitie naar circulair meetbaar en geven duidelijk houvast aan het ontwikkelen en realiseren van een clusterbrede strategie. Dit is duidelijk een rol voor een havenbedrijf, maar het kan bedrijven ook inzicht geven in de richting waar het gebied op gaat.”
Sterker
Al met al kijkt Van Krimpen terug op een leerzame bijeenkomst. “Ik denk dat er een goed klimaat is geschapen om vaker actief van elkaar te leren. In feite staan alle clusters immers voor dezelfde uitdagingen. Bovendien kwam duidelijk naar voren dat het heilloos is om elkaar te beconcurreren. Iedereen heeft er voordeel van indien we samen het circulaire wiel uitvinden..” In dit verband lijkt het Van Krimpen verstandig indien de ervaringen van alle individuele clusters te bundelen tot één gezamenlijk goed verhaal naar de overheid. “Door samen op te trekken staan we sterker.”