Kostenverhoging door verplicht bijmengen van groene waterstof ongewenst

Kostenverhoging door verplicht bijmengen van groene waterstof ongewenst

Deltalinqs heeft gereageerd op het ontwerp van het wetsvoorstel ‘Jaarverplichting hernieuwbare brandstoffen van niet-biologische oorsprong in de industrie’. Deze verplichting heeft ongewenste impact op veel bedrijven in het Rotterdamse havengebied. Zo kan de kostenverhoging als gevolg van de bijmenging niet worden doorberekend aan de klant: die is niet verplicht tot afname en daardoor veelal niet bereid om hiervoor te betalen.

“Deltalinqs is vóór groene waterstof, dat staat niet ter discussie,” stelt Deltalinqs-programmadirecteur economische transitie Anne-Marie Spierings, “Alleen is het investeringsklimaat in Nederland op dit moment zo slecht, dat de industrie er geen enkele kostenverhoging bij kan hebben.” Toch is dit precies wat er staat te gebeuren indien het wetsvoorstel, als onderdeel van de implementatie van de RED III doelstelling voor de industrie, niet wordt aangepast.

Context
In haar reactie wijst Deltalinqs erop dat de kosten voor hernieuwbare waterstof aanzienlijk hoger zijn dan die van waterstof geproduceerd uit aardgas. Dat is ongewenst, te meer daar de Nederlandse industrie al onder druk staat door hoge energiekosten, complexe vergunningenprocedures en een gebrek aan energie-infrastructuur. Dit vertaalt zich in dalende productiecijfers, een verminderde concurrentiepositie en zelfs sluiting van installaties en sites. Daar komt bij dat de andere EU-lidstaten hun implementatieplannen nog niet hebben vastgesteld. Indien Nederland vooruitloopt met strikte verplichtingen, dreigt een verdere verslechtering van het speelveld voor Nederlandse bedrijven. Ook de Europese Rekenkamer heeft al gepleit voor een herijking van de doelen voor hernieuwbare waterstof om deze realistischer en haalbaar te maken.

Doelstelling
Deltalinqs vindt het dan ook essentieel dat Nederland kiest voor een regeling die niet tot een verhoging van productiekosten leidt. Gebeurt dit toch, dan dreigt een afname van industriële productie. Bedrijven kunnen de kostenstijging immers niet doorberekenen aan klanten, aangezien ze opereren op een Europese en mondiale markt die momenteel nog niet bereid is extra te betalen voor duurzaam geproduceerde producten. Daar komt bij dat de Jaarverplichting de overstap van gas naar blauwe en andere CO2-arme vormen van waterstof als brandstof een stuk minder aantrekkelijk maakt. Bovendien staat dit voornemen haaks op het kabinetsbeleid om geen nationale koppen op Europees beleid te zetten.

Zekerheid
In haar reactie pleit Deltalinqs voor een regeling die zekerheid biedt. De minister wordt verzocht om het instrumentarium te kiezen dat langetermijninvesteringen voedt en geen kostenverhogingen met zich meebrengt voor de industrie. Daarnaast moet de overgang van fossiele grondstoffen naar duurzame waterstof tenminste even aantrekkelijk zijn en gestimuleerd worden. Deltalinqs dringt in dit verband aan om eerst een impactstudie uit te voeren. Niet alleen om de balans tussen subsidies en normeringen beter te begrijpen, maar ook om de effecten op de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven en de overstap van fossiele brandstoffen naar waterstof te onderzoeken. Tot slot wordt in de reactie gewezen op het feit dat de huidige voorstellen waarschijnlijk leiden tot verplaatsing van CO2-emissies naar landen met minder strikte verplichtingen. Dit ondermijnt niet alleen de Nederlandse industrie, maar ook de mondiale doelen om CO2-uitstoot terug te brengen.