Vereenvoudiging duurzaamheidsrapportages geeft bedrijven lucht

Vereenvoudiging duurzaamheidsrapportages geeft bedrijven lucht

Met de komst van de CSRD, EU Taxonomie en CSDDD zijn bedrijven steeds meer verplicht om transparant te rapporteren over hun duurzaamheidsprestaties. Maar deze wildgroei aan wet- en regelgeving brengt ook uitdagingen met zich mee. Voor de CSRD-rapportage zijn bijvoorbeeld heel veel meetpunten, de teller staat op meer dan 1100, op het gebied van People, Planet, Profit geformuleerd. Dat maakt het maken van een omvangrijke CSRD-rapportage, zeker voor MKB-bedrijven, vrijwel ondoenlijk. De Omnibus-richtlijn moet hier verandering in brengen.

Om een efficiencyslag te maken, heeft de Europese Unie deze richtlijn begin dit jaar gelanceerd, waardoor alleen de duurzaamheidsscore van hoofdleveranciers in de bedrijfsrapportages hoeft te worden te verwerkt. Ook verkleint de Omnibus-richtlijn het aantal bedrijven dat de CSRD-rapportage moet maken. Dit gebeurt zonder afbreuk te doen aan de koers die gericht is op het bewerkstelligen van een duurzame economie. Het accent ligt op kostenreductie, meer overzicht en het beschermen van kleine en middelgrote ondernemingen tegen onevenredige doorwerkingseffecten.

Uitstel
Alle beursgenoteerde bedrijven moeten dit jaar al een CRSD-rapportsage inleveren. Omnibus wil bedrijven twee jaar langer de tijd geven om aan deze rapportageverplichting te voldoen. Dat geeft hen de noodzakelijke lucht om de richtlijn op een goede manier te implementeren.

Toelichting in bijeenkomst
Tijdens een bijeenkomst die wij onlangs organiseerden in samenwerking met ons buitengewoon-lid PwC, lichtten Martijn Koster en Tommy Mars (PwC) de nieuwe richtlijn verder toe. Volgens hen brengt dit Omnibus-pakket vereenvoudiging en proportionaliteit in de EU-duurzaamheidsregulering, vooral omdat bedrijven hierdoor de mogelijkheid krijgen om zich te richten op de onderwerpen die écht belangrijk zijn voor hun bedrijfsvoering, het milieu en de samenleving. Gezien het belang van de aanpassing van de rapportage-eisen zal Omnibus een versnelde wetgevingsprocedure doorlopen.

Rapport impact basisindustrie
In dezelfde bijeenkomst lichtte PwC hun onlangs gepubliceerde rapport ‘Impact van 6 sectoren binnen de basisindustrie’ toe. Uit dit rapport blijkt dat de positie van de Nederlandse basisindustrie, sterk vertegenwoordigd in de Rotterdamse haven, onder druk staat. Jan Willem Velthuijsen van PwC ging tijdens de bijeenkomst in op een aantal inzichten uit het rapport. Zo blijkt bijvoorbeeld dat de basisindustrie een hoogproductieve sector is met in totaal € 26 mld. bruto toegevoegde waarde. Bovendien is binnen en tussen de zes sectoren sprake van sterke ketenafhankelijkheid en zijn ze alle zes sterk verbonden met andere sectoren. Ook blijkt dat de gemiddelde arbeidsproductiviteit van de zes sectoren hoger ligt dan het Nederlands gemiddelde.

CO2-uitstoot verminderen
Goed nieuws in dit verband ook is dat voor alle zes sectoren van de basisindustrie voor het merendeel van hun processen technieken beschikbaar zijn om de CO2-uitstoot te verminderen. Belangrijkste opties hiertoe zijn elektrificatie, CCS en waterstof. Daarbij doen zich volgens het PwC-rapport echter een aantal knelpunten voor, die tijdens de bijeenkomst kort de revue passeerden. Deze knelpunten zoals energie-infrastructuur en stikstof waren voor ons geen verrassing; het team van Deltalinqs is er dagelijks mee bezig om hier oplossingen voor te vinden.

Economische koers Nederland
“Het rapport is voor beleidsmakers uitermate nuttig bij het bepalen van de economische koers van ons land,” blikt Simone van Tongeren, projectleider klimaat bij Deltalinqs, terug. “Voor het voortbestaan van de basisindustrie is het van groot belang dat de Nederlandse overheid alle zes de sectoren faciliteert om adequaat met de uitdagingen om te gaan. Daarbij zijn op de korte termijn de energieprijzen (level playing field met de rest van Europa), nettarieven en het project Aramis van groot belang. Op de middellange termijn is de vraagcreatie naar duurzame producten en grondstoffen uit de basischemie essentieel. De kosten voor het duurzaam produceren van materialen zijn nu niet terug te verdienen op de wereldmarkt. Dat zal op termijn wel veranderen, wanneer duurzame producten en materialen op grote schaal uitgevraagd worden door (laten we beginnen met) overheden, semi-overheden en bedrijven.”

Energiebesparingsgame
Tot slot speelde Jeroen Peters (PwC) de interactieve Energy Demand Experience met de aanwezigen. Dit is een tool die kostenbesparingen en CO2-reductie door energievraagbeheer demonstreert. Door de juiste (duurzame) bedrijfsbeslissingen te nemen, kunnen goede resultaten worden behaald op zowel financieel als duurzaamheidsvlak.