Ambassadeur Sabine Biesheuvel: 'De overgang naar circulair gaat me niet snel genoeg’

Ambassadeur Sabine Biesheuvel: 'De overgang naar circulair gaat me niet snel genoeg’

Sabine Biesheuvel is directeur van BlueCity, een plek waar ondernemers circulaire grondstoffen en kennis kunnen uitwisselen. En ze is ambassadeur van LOC 4: Grondstoffen, één van de vijf Letters of Cooperation’ (LOC’s) die het Deltalinqs Climate Program telt. ‘Ik wil me hard maken voor een circulaire wereld. En dat doe ik via een aantal kanalen. Want we moeten op alle niveaus aan de bak als we de doelstellingen van het Rijksbrede programma “Nederland Circulair in 2050” willen halen’, zegt Sabine.

Welke rol kan Deltalinqs daarbij spelen?
‘Er is een organisatie nodig die goed contact heeft met de grote industriële partijen, die een belangrijke schakel kan zijn in de circulaire grondstofketen. Een partij die grote bedrijven kan stimuleren, kaders kan stellen en kan helpen om strategische risico’s, kansen en belemmeringen te inventariseren. Een organisatie die boven de industrie staat en die de keten kan ondersteunen. Binnen de LOC werken we samen met leden en partners. We onderzoeken en ontwikkelen de mogelijkheden van alternatieve grondstoffen en vormen nieuwe coalities. Ik was verheugd dat de LOC Grondstoffen een apart hoofdstuk is in het Deltalinqs Climate Program.’

Je bent van huis uit cultureel antropoloog. Hoe ben je hier terechtgekomen?
‘Laat ik beginnen te zeggen dat ik altijd al een commercieel gedreven cultureel antropoloog ben geweest. In de loop van de tijd heb ik veel innovatieprojecten bij grote bedrijven en instellingen begeleid. Die gingen later steeds vaker over wezenlijk duurzame innovatie, zoals de opstart van een ecosysteemherstel of onderzoek naar regeneratieve landbouw. Door die projecten zag ik steeds meer waar het fout ging en waar we de oplossing zouden moeten zoeken.’

Daarom heb je negen jaar geleden BlueCity opgericht?
‘Onder andere. In het voormalige subtropische zwemparadijs aan de Boompjes in Rotterdam ondersteunen we jonge circulaire innovaties en bedrijven in de pilotfase, totdat ze hun eerste fabriek bouwen. Maar we doen veel meer dan dat. Inmiddels runnen we ongeveer zeventig projecten en programma’s bij grote en mkb-bedrijven. Wat moet er aan de materialenkant bijvoorbeeld gebeuren om schepen straks emissieloos te laten varen? Wat betekent dat voor de brandstofvoorziening en de materialen waarvan schepen gebouwd zijn? In de scheepvaart en bij de haven- en industriebedrijven zie je dat de energie- en grondstoffentransitie onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. Zonder energietransitie geen schone circulaire economie, zonder kritieke materialen geen energietransitie.’ Kritieke materialen zijn schaarse grondstoffen zoals kobalt en lithium, die nodig zijn voor de productie van bijvoorbeeld zonnepanelen, batterijen en windturbines.

Hoe essentieel is samenwerking bij deze transities?
‘Die is zelfs cruciaal! Om een circulair ontwerp in de keten te realiseren, móet je partijen samenbrengen. Dat doen we bijvoorbeeld met onze Circotracks. Dat is een workshop-programma voor bedrijven, waarbij zij onder leiding van ervaren trainers nieuwe designprocessen en businesskansen ontdekken aan de hand van grondstoffengebruik. Daarin werken we trouwens ook samen met het Deltalinqs Climate Program, bijvoorbeeld voor de kunststofketen.’

Kun je daarvan een voorbeeld geven?
‘Een patiënt die een dag in het ziekenhuis ligt, levert zeven vuilniszakken met plastic afval op. Om daar een oplossing voor te vinden, hebben we kunststofproducent Sabic, het Erasmus Medisch Centrum en afvalverwerker Renewi samengebracht voor een driedaagse sessie. Een andere “track” ging om het aanpassen van de verpakking van kaas, wat nu nog leidt tot veel verspilling. We moeten meer innoveren! Vaak is het zo dat een bedrijf een pilot toestaat, maar dan met de impliciete voorwaarde dat die dan niet mag mislukken! Maar als we het falen niet omarmen, leren we niets en verandert er ook niets. Dan handelen we vanuit angst en dat is verkeerd.’

Wordt er genoeg vooruitgang geboekt?
‘Nee, de overgang naar circulair gaat me niet snel genoeg. Wat goed is, is dat de grondstoffentransitie en elektrificatie op de agenda staan. Kijk, we hebben in Nederland een vrij vijandig beeld van de grote industrie. Enerzijds is dat terecht maar anderzijds heeft die industrie het ook weer niet zo gemakkelijk: arbeid is in Nederland duur, elektrificatie is een probleem vanwege de beperkte capaciteit en vergunningverlening verloopt erg traag. Maar de industrie is wel degelijk een groot deel van de oplossing.’

Wat maakt dit werkveld zo boeiend?
‘Er lopen zoveel interessante en uiteenlopende discussies. Bijvoorbeeld over de hiërarchie van herbruikbare materialen: hoe duurzaam is biomassa voor brandstoffen in vergelijking met andere alternatieve toepassingen zoals bouw, textiel (of helaas soms nog zelfs voedsel)? Of over de financiële structuur van bedrijven: blijven aandeelhouders de koers bepalen en moeten investeringen (te) snel rendement opleveren? En als we steeds meer plastic kunnen recyclen, geeft dat dan juist niet een perverse prikkel om meer single use plastic te gaan gebruiken, dat vervolgens in derdewereldlanden weer in de natuur terechtkomt?’ Mensen zouden dan namelijk juist kunnen denken dat het gebruik van single use plastics prima is, omdat je toch al zoveel ander plastic kunt recyclen. Sabine: ‘Verder moeten we hier in Rotterdam keuzes maken: welke industrie willen we hier en welke grondstoffen gaan we gebruiken? Dat vind ik fascinerende vraagstukken waarvan ik de oplossing graag de goede richting op wil helpen.’