De complexe puzzel van de circulaire economie

Eline: ‘Bij Deltalinqs help ik industriële bedrijven om de transitie naar een circulaire productieketen te versnellen. Hoewel we allemaal willen dat dit in één keer en snel gebeurt, is de realiteit dat het stapsgewijs moet. Er zijn nieuwe grondstoffen nodig, wetgeving moet worden aangepast en fabrieken moeten worden omgebouwd. Dit vergt veel vierkante meters en grote investeringen. Ik weet dat LyondellBasell ambitieuze doelen heeft gesteld. Kun je daar meer over vertellen, Inez?’

Inez: ‘Ons doel is om in 2030 de scope 1 en 2 CO2-uitstoot met 42% verminderd te hebben ten opzichte van 2020 en de scope 3 uitstoot met 30%. Vanaf 2030 willen we jaarlijks minstens twee miljoen ton gerecyclede en hernieuwbare polymeren produceren en op de markt brengen. Om dit te bereiken zetten we vol in op circulariteit door producten te verkopen die gemaakt zijn van gerecycled materiaal en biobased grondstoffen. We hebben zelf een chemische recyclingtechnologie ontwikkeld, MoReTec, die moeilijk recyclebaar plastic afval op moleculair niveau omzet in pyrolyse-olie. Die kan weer gebruikt worden om nieuwe kunststoffen te maken van hoge kwaliteit. Zo kunnen we nog meer plastic afval een nieuw leven geven. Overigens zetten we óók in op mechanische recycling en hernieuwbare grondstoffen.’

Eline: ‘Wat ik zo gaaf vind, is dat LyondellBasell de omslag van productie met virgin materials naar gerecycled materiaal in slechts een paar jaar in gang heeft gezet. Dit inspireert andere bedrijven die vaak nog aan het begin van dit proces staan. Maar ik kan me voorstellen dat er ook uitdagingen zijn?’

Inez: ‘Ja, want we willen én recyclen, én net zero worden. Dat vereist veel samenwerkingen en investeringen. Tegelijkertijd willen we winstgevend blijven. Een grote uitdaging is dat de markt voor gerecyclede en koolstofarme producten nog verder moet groeien. Transparantie over de klimaatimpact van onze producten in de hele keten is hierbij cruciaal. Die transparantie vragen we ook van onze samenwerkingspartners. We hebben goede economische omstandigheden nodig, want als we circulaire en koolstofarme producten willen verkopen, moeten we wel kunnen concurreren met producten uit andere landen waar de productiekosten veel lager liggen. Het is belangrijk dat afnemers en uiteindelijk consumenten bereid zijn te betalen voor duurzame producten.’

Eline: ‘Inderdaad erg belangrijk, Deltalinqs spreekt de overheid hierop aan. Wij zien in het opnemen van circulaire producten in aanbestedingscriteria een belangrijke voorbeeldrol voor hen weggelegd. Dit geldt ook voor staatsdeelnemingen, denk aan het gebruik van gerecycled materiaal in elektriciteitskabels of waterleidingen. Daarnaast verwachten we dat met de bijmengverplichting voor circulair materiaal die vanaf 2027 geldt, ook dat de afzetmarkt verbetert.’

Inez: ‘Voor ons is het cruciaal dat de vraag naar circulaire en koolstofarme producten groeit. Want dát is onze kans om producten uit gerecycled materiaal en met een lage carbon footprint te kunnen maken en te verkopen. In de Declaratie van Antwerpen lees je hoe de EU dit kan stimuleren. Naast het voorbeeld dat Eline geeft, kan de overheid de vraag naar koolstofarme en circulaire producten laten toenemen door doelstellingen voor eindapplicaties in te stellen of de belastingen op circulaire en koolstofarme producten te verlagen. Bovendien is consumentenbewustzijn belangrijk; denk aan een label op producten dat de duurzaamheid aangeeft, zoals de Nutri-Score dat doet voor voedingswaarden. Dit kan helpen om duurzamere keuzes te bevorderen.’

Eline: ‘We moeten blijven investeren in duurzame oplossingen en samenwerken met alle relevante ketenpartijen en stakeholders, maar de belangrijkste bottle neck is dat er momenteel onvoldoende marktvraag is om te investeren in opschaling. Het creëren van marktvraag voor duurzamere producten is cruciaal voor duurzame groei en de concurrentiepositie van de Nederlandse, en Europese, industrie. Deze puzzel is uitdagend, maar moet dringend worden gelegd.’