Verduurzaming en betaalbaarheid van energie moeten hand in hand gaan

Verduurzaming en betaalbaarheid van energie moeten hand in hand gaan

Sinds 1 mei werkt Timo Idema als Chief Transition Officer (CTO) bij Stedin. “Dit betekent dat ik binnen de Raad van Bestuur van Stedin verantwoordelijk ben voor het bepalen van wat er moet gebeuren om onze distributienetwerken voor elektriciteit, gas en warmte klaar te maken voor de toekomst. Een flinke opgave. Daarom moeten we zowel inzetten op het uitbreiden van het elektriciteitsnetwerk als op de mogelijkheden om de bestaande capaciteit optimaal te benutten. En gelukkig gebeurt dit laatste meer en meer.”

Vanuit zijn nieuwe functie is Timo de opvolger van David Peters als ambassadeur van de pijler Energiesysteem van het Deltalinqs Climate Program. Doel van deze pijler is toe te werken naar een duurzaam energiesysteem, waarbij bedrijven zicht hebben op voldoende én betaalbare duurzame energie.

Stedin, zijn werkgever, voorziet onder meer het havengebied van Rotterdam en drie van de vier grootste steden van ons land van elektriciteit. “Ik vind het een bijzondere verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat dit goed gaat. Deltalinqs is voor ons een fijne samenwerkingspartner om hieraan te werken. Vandaar dat ik ja heb geantwoord op de vraag of ik ambassadeur van de pijler energiesysteem wil worden.”

Uitbreiding capaciteit
De weg hiernaartoe ligt vol hobbels. Neem alleen al het feit dat veel bedrijven in het havengebied zitten te springen om uitbreiding van hun elektriciteitsaansluiting, niet in de laatste plaats om duurzaamheidsmaatregelen door te kunnen voeren. Steeds vaker steekt de netcongestie hierbij een spaak in het wiel, constateert Timo. “Eerste vereiste is dan ook het zo snel mogelijk uitbreiden van de netwerkcapaciteit. Dat is werk voor ons, samen met TenneT, maar kan niet van vandaag op morgen. De uitdaging is namelijk niet zozeer het bouwen zelf, maar betreft met name het voortraject, dus het vinden van de juiste locaties en grond, het verkrijgen van de vergunningen en ervoor zorgen dat alles op scherp staat om met de bouw te beginnen.”

Optimaliseren
Timo benadrukt dat bedrijven intussen geen afwachtende houding moeten aannemen. “Integendeel, er kan al veel. De grootste kansen liggen momenteel in het beter gebruik maken van de aansluitcapaciteit die er al is. Dit betekent het maximaal benutten van de huidige infrastructuur om zoveel mogelijk bedrijven van zoveel mogelijk elektriciteit te voorzien.” Hiertoe ziet hij meerdere mogelijkheden. “Het mooie van de Rotterdamse haven is dat bedrijven steeds bewuster zijn van de noodzaak van flexibiliteit in hun productieprocessen. En met ons in gesprek willen om te onderzoeken hoe ze kunnen bijdragen aan het verminderen van de congestie. Als het lukt om hun piekafnames naar beneden bij te stellen, komt er meer ruimte beschikbaar voor iedereen in het havengebied. Het gaat erom dat we collectief onder de limieten van het netwerk blijven.” In het verlengde hiervan ziet hij de eerste voorbeelden van Energy Hubs ontstaan. “Daarbij delen bedrijven clustergewijs de beschikbare ruimte onderling, een fantastische ontwikkeling."

Kip-ei problematiek
Een ander knelpunt betreft de kosten van energie, want de bedrijven in Nederland betalen beduidend meer dan hun concurrenten in andere landen. “Hierin is vooral een rol weggelegd voor de Europese Unie. Er bestaan namelijk grote verschillen in de mate waarin energie wordt gesubsidieerd. Brussel kan veel meer doen om te zorgen voor een gelijker speelveld.” Daarnaast moet het op gang brengen van nieuwe ketens meer prioriteit krijgen. “Tot nu toe was de aandacht in  hoofdzaak gericht op het vergroenen van de bestaande elektriciteitsvraag. Op zich gaat dit vrij goed, neem alleen al de vele wind- en zonneparken die zijn aangelegd. Nu breekt de fase aan waarin we fossiele brandstoffen in productieprocessen helemaal gaan vervangen door duurzame mogelijkheden zoals elektrificatie of duurzame gassen zoals waterstof. Voor het op gang komen van waterstofketens betekent dit dat we ervoor moeten zorgen dat zowel het aanbod als de infrastructuur als de vraag tegelijkertijd van de grond komen. Momenteel zit iedereen op elkaar te wachten. In het doorbreken van deze kip-ei problematiek speelt de overheid een cruciale rol, die kan deze risico’s wegnemen met subsidies en garanties. Is de keten eenmaal op gang gebracht dan kan deze op eigen benen staan.” Met name op het gebied van waterstof gaat het in de ogen van de nieuwe ambassadeur allemaal veel te langzaam. “De vraag zit te wachten op het aanbod en andersom, terwijl de infrastructuur er ook nog niet is. Het ontbreekt niet aan de wens om deze keten op gang te brengen, die zie ik aan alle kanten, maar iedereen ziet vooral de risico’s. En als de ene partij niet beweegt dan doet de andere ook niets.”

Samen optrekken
In zijn rol als Deltalinqs-ambassadeur wil Timo in ieder geval steeds het eerlijke verhaal blijven vertellen, dus zowel het goede als slechte nieuws. “Ik wil vanuit het inzicht dat wij hebben in het energiesysteem telkens weer de mogelijkheden die zich voordoen op tafel leggen.” Overigens denkt hij dat de belangen van de verschillende partijen in het Haven Industrieel Complex veel meer op één lijn liggen dan menigeen denkt. “Je hoort regelmatig dat duurzaamheid niet samengaat met betaalbaarheid en autonomie op energiegebied. Ik ben ervan overtuigd dat veel zaken die we te doen hebben aan al deze factoren een bijdrage kunnen leveren.” Met het oog hierop pleit hij voor het maken van coalities. “Dit houdt in dat bedrijven samen met de energieleveranciers en netbeheerders optreden als pleitbezorgers van te maken keuzes, bijvoorbeeld met betrekking tot wat er moet gebeuren op het gebied van waterstof.”

Positief investeringsverhaal
Ondanks de vele uitdagingen is Timo optimistisch over het slagen van de opgave, niet in de laatste plaats door de historisch gezien sterke positie van de Rotterdamse haven. “Ik vind dat we nog steeds een heel positief verhaal kunnen vertellen, maar dit betekent wel dat je ook goed op het netvlies moet hebben hoe een duurzame haven eruit ziet. Een en ander houdt onder meer in dat we samen met de overheid de noodzakelijke investeringen hiervoor naar voren moeten halen.” Hij proeft nu nog iets te veel een negatief verhaal. “Het risico hiervan is dat je met die boodschap naar buiten treedt en dat verkoopt niet lekker. Waar ik me vanuit mijn nieuwe rol voor wil inzetten is het naar voren brengen van een positief investeringsverhaal. Een verhaal waarin de verduurzaming van de haven en de betaalbaarheid van energie hand in hand gaan.”