De Kaderrichtlijn water komt eraan, zorg dat je lozingsvergunning op orde is

De Kaderrichtlijn water komt eraan, zorg dat je lozingsvergunning op orde is

Uiterlijk in 2027 moet Nederland voldoen aan de waterkwaliteitseisen van de Europese Kaderrichtlijn water (KRW). Dat wordt een uitdaging, want in Nederland is de waterkwaliteit niet goed. Dat geldt ook voor de Rotterdamse waterlichamen de Nieuwe maas en de Nieuwe waterweg. De Raad van de Leefomgeving heeft al eerder geadviseerd vaart te maken omdat ‘het niet op tijd bereiken van de KRW-doelen kan betekenen dat tal van activiteiten in Nederland – zowel in de landbouw als in de rest van de economie – noodgedwongen stil komen te liggen, net zoals is gebeurd in het stikstofdossier.’

Commissie Water
Tijdens de vergadering van de commissie Water op donderdag 12 september stond de KRW hoog op de agenda. De inzet van Deltalinqs is erop gericht de leden te informeren en bewust te maken van de risico’s. Daarnaast willen we de specifieke Rotterdamse situatie inzichtelijk maken en handelingsperspectief creëren zodat bedrijven hun verantwoordelijkheid kunnen nemen. Bij de commissie Water zijn vooral de grote lozers zoals raffinaderijen, energiecentrales en chemische bedrijven lid, maar het zou goed zijn dat kleinere en indirecte lozers zich aansluiten. Naast onze leden zijn ook Rijkswaterstaat, Evides en het Havenbedrijf Rotterdam lid van deze commissie.

Webinar over de KRW
Vorig jaar organiseerde Deltalinqs een webinar over de Kaderrichtlijn water, waarin NautaDutilh het wettelijk kader helder uitlegde. Grond- en oppervlaktewateren dienen in 2027 in ‘goede staat’ te verkeren. Voor oppervlaktewater is dat zowel de chemische (vervuilende stoffen in het water) als ecologische kwaliteit (goede omstandigheden voor plant en dieren). Daarnaast gelden er specifieke doelen voor beschermde gebieden, waaronder Natura 2000- en drinkwatergebieden. Er geldt ook een verbod op achteruitgang, wat inhoudt dat de staat van het oppervlaktewater in ieder geval niet mag verslechteren. Dit brengt risico’s met zich mee voor de huidige lozingsvergunningen en voor nieuwe bedrijfsactiviteiten, zowel voor directe als in directe (via het riool) lozingen. Indien er verzoeken komen tot intrekking van een lozingsvergunning, is het belangrijk dat een bedrijf, als het nog niet kan voldoen aan de verplichtingen, kan aantonen dat het alles heeft gedaan om dit te voorkomen. De boodschap aan de leden was dan ook om niet te wachten tot 2027, maar nu in actie te komen.

Self-assessment beschikbaar voor bedrijven
Een handige tool hierbij is het self-assessment dat is opgesteld vanuit het landelijk KRW-actieprogramma chemische stoffen (VNO-NCW samen met overheden). Met het self-assessment kan een individueel bedrijf zelf zijn KRW-risico’s inventariseren. Hierdoor kan het bedrijf aantonen dat de huidige lozingsvergunning nog actueel is, of inzichtelijk maken dat er extra maatregelen nodig zijn, waardoor de vergunning moet worden herzien. Een bedrijf dat verwacht dat de huidige lozingsvergunning (formeel sinds 1 januari 2024: omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit) niet meer actueel is, kan door middel van het self assessment zorgen voor een snellere ontvankelijke vergunningaanvraag. Op die manier kan deze tool bijdragen aan een snellere reductie van een mogelijk KRW-risico. Rijkswaterstaat is bezig met het traject bezien en het herzien van vergunningen. Het streven is dat uiteindelijk alle vergunningen worden getoetst. Met het zelf-assessment kan de prioriteit bepaald worden.

Gemeenschappelijke verantwoordelijkheid
Het risico dat een bedrijf loopt (zoals het niet verlenen of intrekken van lozingsvergunning) heeft een individueel bedrijf niet (volledig) zelf in de hand. Bij de KRW gaat het niet alleen om individuele lozingen (emissie) maar ook op de staat van het waterlichaam bepaalt of een lozingsvergunning van een bedrijf wel of niet voldoet aan de KRW in 2027 (immissie). Daarbij is ook bepalend wat de waterkwaliteit is en wat andere bedrijven lozen op datzelfde waterlichaam. Dit brengt een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid met zich mee. Volgens de KDR moeten de lidstaten maatregelen nemen ter herstel en verbetering, maar ook ter voorkoming van achteruitgang van de toestand van het water.

SmartPort studie: Rotterdamse aanpak
Voor een aantal ‘prioritaire stoffen’ en temperatuurproblemen worden in de Rotterdamse waterlichamen uitdagingen voorzien om aan de KRW-normen te voldoen. Daarom wordt er gewerkt aan een onderzoeksvoorstel vanuit SmartPort voor een gemeenschappelijke aanpak. Dat begint met een verkennend vooronderzoek om de Rotterdamse situatie in kaart te brengen op basis van beschikbare data. Het doel is om vervolgens in een tweede fase samen met de overheid en het bedrijfsleven te onderzoeken wat het handelingsperspectief is. Dit doen we door de effecten van mogelijke maatregelen bij verschillende scenario’s te analyseren, om zo te komen tot een Rotterdamse aanpak.

Leden die vragen hebben, geïnteresseerd zijn en op de hoogte gehouden willen worden kunnen contact opnemen met Carla Jong.