Workshop Olievogels in de haven van Rotterdam

Workshop Olievogels in de haven van Rotterdam

Deltalinqs heeft in samenwerking met SON-Respons (Simone Jay) en Sea Alarm (Hugo Nijkamp) een workshop/oefening Olievogels in de Haven van Rotterdam georganiseerd voor Emergency responsmedewerkers van raffinaderijen en opslagbedrijven.

Via een kleine demonstratie liet Hugo Nijkamp zien hoe de Rotterdamse haven een complex gebied is voor het vangen en afvoeren van getroffen olievogels. Bij een flink vervuilingsincident duiken veel besmeurde dieren onder andere langs oevers in de havenbekkens op, die moeilijk bereikbaar zijn. Dat vraagt om getrainde en goed geoefende capaciteit die veilig via boten of vanaf de wal de vogels kunnen vangen en afvoeren. Met deze professioneel inzetbare middelen kunnen spontane, maar veelal gevaarlijke, acties van het publiek worden ontmoedigd en voorkomen. Afgesproken is om gezamenlijk goede afspraken te maken en deze in plannen vast te leggen, waarin ook rollen van eenieder zijn vastgelegd, maar die ook voorziet in trainingen en oefeningen van medewerkers. Dit moet in 2025 leiden tot een goed, gedegen en doorwrocht plan waarin voor incidentbestrijding en redding van dieren de puntjes op de spreekwoordelijke i zijn gezet.

In het Rotterdamse havengebied foerageren, broeden, slapen en ruien duizenden vogels het hele jaar door. Door de getijdebeweging kan een relatief kleine oliemorsing zich daardoor in korte tijd verspreiden en een groot aantal vogels besmeuren, zoals bleek tijdens de aanvaring van de Bow Jubail in 2018. Een dergelijk dierenwelzijnsprobleem heeft direct de aandacht van burgers en media en draagt zeker niet bij aan onze license to operate. Dergelijke scenario’s vragen om planvorming om een effectieve en professionele respons mogelijk te maken. Seizoenstellingen, uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat, laten zien dat in verschillende jaargetijden de haven door honderden vogels worden bezocht. Dit is goed nieuws omdat de haven kennelijk gezond en schoon genoeg is als foerageer-, rust-, en ruigebied maar ook voor voortplanting en jonge vogels.

Voor de Noordzee zijn zaken geregeld, Rijkswaterstaat Zee en Delta voert regie en allerlei praktische afspraken zijn gemaakt en vastgelegd in een SBV om zowel kleine, middel als ook grote incidenten goed te bestrijden. Een aannemer bijvoorbeeld heeft een contract om bij de hoogste opschaling een tijdelijke opvangcentrum voor vogels (TOV) op te zetten. Daarin kunnen grote aantallen vogels worden behandeld. Bij kleinere scenario’s kan de capaciteit van een 9-tal opvangcentra worden ingezet, waar kleine aantallen vogels kunnen worden gerevalideerd. Deze centra kunnen worden ingezet als 'bufferopvang' als een TOV wordt opgebouwd. Door alleen te 'stabiliseren' worden dieren in leven gehouden zodat ze daarna in de TOV verder kunnen revalideren.

Het Incident met de Bow Jubail, waarbij overigens vele honderden zwanen zijn gered, liet zien dat veel vogels van het havengebied gebruikmaken, en dat grote aantallen zichtbaar besmeurde vogels een grote impact hebben op het publiek. Voor alle partijen was het incident een leerschool en bij ook formele evaluaties zijn nuttige aanbevelingen gemaakt, en er zijn ook vele stappen al gezet. Rijkswaterstaat wil genoemde regeling voor Zee en Delta ook als basis laten dienen voor het Rotterdamse Havengebied. Er zullen dan ook afspraken moeten worden gemaakt tussen RWS, VRR, Havenbedrijf en Bedrijven binnen het collectief van Deltalinqs om plannen te maken.