In de haven? Aan de stekker! 24-02-2022 Dat de internationale scheepvaart schoner kan en moet, staat als een paal boven water. Maar daarvoor zijn goede internationale afspraken nodig. En hoewel de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) belooft te zorgen voor 50 procent minder CO2-uitstoot in 2050 ten opzichte van 2008, is dat jaar nog ver weg. Daarom pakken we in Rotterdam op de korte termijn datgene aan waar we wél directe invloed op kunnen uitoefenen. En dat is de periode waarin de schepen in onze haven verblijven. Walstroom is een goede oplossing om de uitstoot van zowel CO2 als bijvoorbeeld stikstof fors te verminderen als schepen aangemeerd liggen om te laden en lossen.Hoewel de overheid grote bedragen beschikbaar stelt om de aanleg van walstroom mogelijk te maken, brengt het echter ook wat uitdagingen met zich mee. Daarom is Deltalinqs in het najaar van 2021 gestart met een inventarisatie van knelpunten en kansen die bedrijven in de haven ervaren. Deze input wordt verwerkt in een position paper die Deltalinqs in het voorjaar van 2022 zal publiceren. Ook vormt de paper de basis om met bedrijven en overheden verder te praten om daarmee de knelpunten weg te nemen en meer walstroom te kunnen aanleggen.Walstroom aangebrachtIn de tussentijd is walstroom aangebracht op de Landtong Rozenburg voor de Heerema offshore-vaartuigen, net als in de stad bij de Coolhaven en bij de Cruise Terminals aan de Wilhelminakade. Ook krijgt de gloednieuwe Hartel Tank Terminal van HES International walstroom voor alle ligplaatsen en onderzoekt Vopak Europoort of ze kunnen aanhaken bij het walstroomproject op de Landtong Rozenburg.90 procent aan de stekkerMet deze initiatieven verduurzaamt de scheepvaart in de Rotterdamse haven. De doelstelling van het Havenbedrijf Rotterdam is: in 2030 moet minimaal 90 procent van de offshore, ferries, cruise-, rollon-rolloff- en containerschepen in Rotterdam ‘aan de stekker’ via walstroom. Dit scheelt uitstoot van ongeveer 200.000 ton CO2 en 2500 ton stikstof per jaar.