Van Oord groeit groot in wind-op-zee

"Als familiebedrijf heeft Van Oord in zijn meer dan honderdvijftigjarig bestaan altijd de blik op de lange termijn gericht", zegt directeur corporate affairs Robert de Bruin. "Dat doen we ook anno 2022 en daarbij zien we verschillende maatschappelijke vraagstukken. Met onze expertises spelen we daarop in. Onze wortels liggen in de waterbouw en die divisie is nog steeds relevant. Baggeren blijft nodig, bijvoorbeeld bij havens, in kanalen, en bij het creëren van nieuw land. En niet te vergeten: voor kustbescherming. Dat doen we zowel in het buitenland, waar klimaatadaptatie vandaag de dag al bittere noodzaak is, als in Nederland, bijvoorbeeld met de renovatie van de Afsluitdijk en verschillende andere kustversterkingen. Daarnaast zorgen we voor grote onderzeese infrastructuurprojecten: denk aan pijpleidingen, kabels en complexe offshore-constructies."

Wind is de grootste business unit
Inmiddels is Offshore Wind de grootste businessunit binnen Van Oord. "Die mijlpaal bereikten we in 2020", vertelt Robert. "Al in 2002 begonnen we aan ons eerste avontuur in wind-op-zee. Maar de echte doorbraak kwam met onze joint-venture Gemini: in 2014 begonnen we met de bouw van een van de grootste windparken ter wereld met 600 MW energie, genoeg voor 780.000 huishoudens." In de afgelopen jaren heeft Van Oord steeds meer windparken gerealiseerd. "We doen dat in verschillende rollen", zegt Robert, "soms zijn we alleen bouwer, soms hoofdaannemer, en soms zelfs mede-eigenaar." Van Oord was betrokken bij onder meer het Prinses Amaliawindpark, Windpark Eneco Luchterduinen, Gemini, Borssele III & IV, en in de komende jaren ook windpark Hollandse Kust (noord). Ook buiten Europa is Van Oord actief, onder meer als hoofdaannemer van het Sofia Offshore Windpark dat moet verrijzen op de Doggersbank in het midden van de Noordzee en op projecten in landen als Taiwan en de US.

Groot succes
Groot, groter, grootst is wel een beetje het motto van de offshore windindustrie. Robert: "Bij het Gemini-windpark installeerden we vijf jaar geleden windturbines met een capaciteit van 4 MW, tegenwoordig gebruiken we windturbines die goed zijn voor 10 tot wel 15 MW! Een neveneffect van deze toegenomen capaciteit is dat de kostprijs van wind-op-zee flink is gedaald in de afgelopen jaren. Dat is echt een groot succes te noemen. Daarbij mogen we ook de Nederlandse overheid een compliment geven, die voor wind-op-zee een goed programma en langjarige afspraken maakte met het bedrijfsleven."

Een ander neveneffect van de toegenomen windenergieproductie is krapte op het elektriciteitsnet aan land. "Het wordt een grote uitdaging voor Nederland om de basisinfrastructuur voor elektriciteit op orde te krijgen", zegt Robert. "Daarin ervaren de energiesector en de bedrijven nu al capaciteitsproblemen. Hopelijk levert het klimaat- en transitiefonds van het nieuwe kabinet hiervoor een oplossing en wordt hierin geïnvesteerd."

Naar nul emissie
Om verder te groeien in wind-op-zee heeft Van Oord eind 2021 een groot nieuw schip besteld. Het schip kan varen op methanol en stoot zo minder CO₂ uit. "Met de aanschaf van dit enorme nieuwe schip sorteren we voor op windturbines van 20 MW", zegt Robert. "Bovendien is deze investering van enkele honderden miljoenen een voorbeeld van de energietransitie binnen Van Oord. Net als onze drie nieuwe LNG-sleephopperzuigers die we momenteel in Singapore bouwen. En in 2020 bestelden we ook al een kabellegschip dat is voorbereid op varen op e-fuels. Van Oord gaat naar nul emissie in 2050."

Zo werkt Van Oord zowel binnen het eigen bedrijf als daarbuiten aan het bereiken van klimaatneutraliteit. "Offshore wind is belangrijk in het streven naar klimaatneutraliteit en de baggerdivisie is essentieel bij het werken aan klimaatadaptatie", stelt Robert, "en Van Oord wil daarin een belangrijke rol spelen. Dat komt voort uit onze drijfveer bij te dragen aan een betere wereld voor toekomstige generaties."